Ik heb gevlogen door de lucht.
De zee leek net een laken
die je bijna aan kon raken.
Ik heb gevlogen door de lucht.

De wolken nu niet boven, maar onder mij
geleken net een hele grote witte sprei,
die het aardsgedoe bedekte,
zodat `t het universum niet bevlekte

Ik heb gevlogen door de lucht. 
De zon en de maan waren heel dicht bij
en ook  de vlucht naar een ster,
geleek van hieruit echt niet ver.

Ik heb gevlogen door de lucht.
Ik voelde mij als een vogel op zijn vlucht,
van hier naar beter oorden
ik voelde  mij vogelvrij.

Ik kan het bijna niet verwoorden.
Ik heb gevlogen door de lucht. 
Ik strekte mijn handen er naar uit
maar stootte dan tegen de ruit
van de aardse werkelijkheid,
die mij belemmerde dit alles te omvatten.

Ik heb gevlogen door de lucht. 
Ik zit gevangen in een aards geheel
en al is het moeilijk te bevatten.

Mijn aardse lot dat is mijn deel
een iets dat niet hoort in dit geheel
daarom kwam er een einde aan de vlucht,
maar
ik heb gevlogen door de lucht. 

Dolf de Jong
www.dichteronderdemolen.eu