Een mooie zomer dag.
Er zit een man in het park op een bankje
en heeft net een bijbel gekocht.
Nog nooit heeft hij een verhaal gehoord, laat staan gelezen.
Hij slaat het boek open bij het verhaal
van de Israëlieten die op de vlucht zijn voor de Egyptenaren.
Het volk Israël trok,
nadat God het water tegen hield door de Rode zee.
 
Met verbazing leest hij dit verhaal,
en roept het uit van enthousiasme:
Geweldig, fantastisch, wat is deze God machtig. Halleluja!

Een dominee die de bijbel niet zo letterlijk neemt,
wandelt door het park en hoort de man God prijzen.
Hij vraagt: wat is er aan de hand beste broeder.
Nou,
dit is toch werkelijk geweldig, moet je horen:
God redt de Israëlieten van de Egyptenaren,
Hij laat ze door de Rode Zee trekken
en het water wordt aan beide zijde tegen gehouden.

Welnee, beste man zegt de dominee, dat moet je zo niet zien,
het water was niet meer dan tien centimeter diep.
Iedere schrijver overdrijft wel een beetje
bij het schrijven van verhalen en overwinningen.

De man is teleurgesteld maar toch leest hij verder.
De dominee zet zijn wandeling voort.

Even later een schreeuw door het park
De dominee een eindje verder op hoorde het:
HALLELUJA, GEWELDIG!
Snel komt de dominee weer aangelopen.
En vraagt: Wat is er aan de hand?
 
Nou…… zegt de man,
God is geweldig knap,
Hij heeft het HELE Egyptische leger
in tien centimeter water kan laten verdrinken!

Toen stond iemand met een mond vol tanden.