Al mijmerend,
loop ik naar school
met een leeg gevoel
kwaad op alles,
het is één en al zooi.

Wat heb ik thuis nog te zoeken?
Als ik naar school ga
met al mijn boeken,
trek ik de deur achter mij dicht
zonder een groet
of een klein bericht.

Mijn vader is er vandoor.
Ruzie in de familie,
en ik, ik ga er bijna onderdoor.
Mijn moeder werkt haar eigen rot
het moet wel, anders
komt er geen geld in de pot.

Ik kijk om mij heen
naar de gelukkige gezinnen.
Shit, wat voel ik mij alleen.
Ik heb het niet wat een ander wel heeft,
een warm huis een hand op mijn schouder.
En iemand die om mij geeft.

Langzaam komt de school inzicht.
Een gebouw… op de toekomst gericht.
Diep in mijn hart moet ik toegeven,
daar heb ik een beetje rust.
Daar kan en mag ik mezelf zijn
en hoef ik niets uit teleggen.

Cees van Wijgerden