De jongen had weinig zelfbeheersing. 
Zijn vader gaf hem een zak spijkers en zei: 
“Elke keer als je je zelfbeheersing verliest, 
sla je een spijker in de achterkant van de schutting”. 
 
De eerste week sloeg de knul 22 spijkers in de schutting. 
Maar hij leerde om zijn kwaadheid onder controle te krijgen, 
Het aantal, dat hij in de schutting sloeg werd steeds minder. 
Hij leerde zo om zijn zelfbeheersing niet te verliezen. 
 
Toen kwam de dag dat hij het onder controle had.
Hij vertelde dit trots aan zijn vader, die zei: als je elke keer je zelfbeheersing 
onder controle houdt, mag je een spijker uit de schutting halen.
De weken gingen voorbij en de spijkers verdwenen.
 
Hij vertelde dit aan zijn vader en samen gingen ze naar de schutting. 
Zijn vader zei: ” Super vent, maar kijk nu eens naar de schutting”.
De jongen keek naar de schutting en zag allemaal gaten, 
van de spijkers die hij er ingeslagen had. 
 
Zijn vader zei: “De schutting zal nooit meer dezelfde zijn. 
Er blijft een litteken achter, met al die gaten. 
Zo is het ook met ons vent, met alles wat wij doen, 
doe alles bewust, want anders laat je vele wonden achter.